Onderstaand een lijst met veel voorkomende termen en afkortingen rond webhosting.
Domeinen
WHOIS een database met de eigenaarsinfo van domeinnamen. Hierin staat ook welke nameservers bij een domein horen. Als de browser een domein wil openen, wordt eerst in de WHOIS de nameservers opgezocht en vervolgens daar het IP adres.
DNS een database met de instellingen voor het omzetten van domeinnamen naar IP adressen. Er zijn onder andere A, MX, NS, TXT, PTR, CNAME en AAAA records. De DNS database wordt ook wel zone file genoemd.
FQDN Fully Qualified Domain Name. Dit is de tekst die gebruikt wordt in een URL om een server aan te duiden, bijvoorbeeld "
www.dommelhosting.nl".
A record een instelling in de DNS die aangeeft welk "IP versie 4" adres bij een FQDN hoort. Dit record heeft de vorm "
www A 127.0.0.1".
AAAA record een instelling in de DNS die aangeeft welk "IP versie 6" adres bij een FQDN hoort. Dit record heeft de vorm "
www AAAA 2001:0db8:0000:0000:0000:ff00:0042:8329".
MX record een instelling in de DNS die aangeeft waar de email naar toe moet worden gestuurd. Dit record heeft de vorm "
mail MX 10". Een MX record kan niet naar een IP adres wijzen, maar moet naar een ander A record wijzen.
Bind een populaire domain nameserver. Dit programma is de interface naar de DNS database op een server. Bind gebruikt onder andere TCP en UDP poort 53.
Named andere naam voor de Bind DNS server software en staat voor "Name Daemon".
PowerDNS populaire DNS server software van Nederlandse bodem.
Domein laatste twee onderdelen van een FQDN, bijvoorbeeld de "
dommelhosting.nl" in "
www.dommelhosting.nl". Dit is onderdeel dat door een klant gehuurd kan worden en in de WHOIS wordt bijgehouden.
Extensie laatste onderdeel van een FQDN, bijvoorbeeld de "
nl" in "
www.dommelhosting.nl".
TLD Top Level Domain. Zelfde als extensie, bijvoorbeeld
.nl,
.be,
.com.
Subdomein eerste onderdeel van een FQDN, bijvoorbeeld de "
www" in "
www.dommelhosting.nl". Dit is een onderdeel dat de klant zelf zoveel als nodig kosteloos aan kan maken.
rDNS Reverse DNS. Tabel met de "omgekeerde" informatie van IP adres naar FQDN. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt om bij IP adres 213.206.252.11 het adres "www.dommelhosting.nl" te zoeken. Dit wordt onder andere gebruikt bij het bepalen van de validiteit van de afzender van een email.
Netwerk
Ethernet netwerk verbinding met een kabel. Doorgaans wordt UTP kabel gebruikt, maar in het datacentrum wordt glasvezel gebruikt voor de snellere verbindingen. Standaard snelheid is 100 Mbit per seconde (Mbps) of 1000 Mbps (Gbit).
IP adres getal waarmee een computer op het netwerk wordt aangewezen. Er zijn tegenwoordig twee soorten: IPv4 en het nieuwe IPv6. Er zijn 4 miljard "oude" IPv4 adressen mogelijk en dit aantal begint op te raken. Het is daarom niet meer mogelijk om "zomaar" een extra IPv4 adres te krijgen.
TCP methode van netwerk verkeer die nagenoeg altijd aankomt, maar door bevestigingen en controles wat langzamer kan zijn.
Lijst met poortnummers.
UDP methode van netwerk verkeer die minder zeker is van aankomst.
DOS Denial Of Service. Aanval door kwaadwillenden op een server via het netwerk door heel veel verkeer er naar toe te sturen, in de hoop om de dienstverlening te verstoren. Kan doorgaans goed gefilterd worden.
DDOS Distributed DOS. Aanval vanaf duizenden, soms wel miljoenen door malware besmette (meestal Windows) computers. Dit geeft gigantische hoeveelheden dataverkeer die heel moeilijk te filteren zijn. Doorgaans legt een DDOS aanval het netwerk van een hoster voor enkele minuten tot uren plat. Recent zijn ook grote bedrijven, banken en overheden het slachtoffer geworden van langdurige DDOS aanvallen.
Traceroute methode om de afgelegde weg van een TCP packet op het internet te bepalen.
Ping methode om een netwerkverbinding naar een computer of server te testen.
FTP File Transfer Protocol. Systeem om bestanden op een server te plaatsen. Er zijn meerdere varianten met versleuteling, waaronder FTPS en FTP-TLS. FTP gebruikt onder andere TCP poort 20 en 21.
SSH Secure Shell. Protocol om met versleuteling verbinding te maken met een server. Opvolger van het telnet protocol. Door de encryptie is het veilig om wachtwoorden en logins over deze verbinding te gebruiken. SSH maakt gebruik van TCP poort 22.
Telnet ouderwetse methode om met een onbeveiligde verbinding contact te maken met een server. Gebruikt TCP poort 23.
TLS Transport Layer Security. Netwerk protocol methode om de verbinding te versleutelen.
SSL Secure Socket Layer. Netwerk protocol methode om de verbinding te versleutelen. Maakt doorgaans gebruik van het HTTPS protocol op TCP poort 443. Als van en SSL verbinding gebruik wordt gemaakt dan staat vaak een "slotje" in de adresbalk van de webbrowser.
SSL Certificaat klein document met encryptie technieken waarvan de "echtheid" kan worden vastgesteld. Een SSL certificaat wordt aangeschaft bij een Certificate Authority, een organisatie die deze documenten na controle van de aanvrager verkoopt. Met een certificaat is te controleren of een domeinnaam wel "echt" is.
SFTP methode waarmee met behulp van een versleutelde SSH verbinding bestanden met een server kunnen worden uitgewisseld. Dit is de opvolger van het onbeveiligde FTP protocol.
HTTP protocol om vragen en antwoorden met een server uit te wisselen. Ooit ontworpen voor webpagina's, tegenwoordig ook gebruikt voor allerlei andere diensten. TCP poort 80 is de standaard poort.
HTTPS HTTP over TLS/SSL. Versleutelde variant van HTTPS, doorgaans op TCP poort 443. In de webbrowser is met dit protocol als het goed is een "slotje" te zien. Gebruik altijd
https://.. bij het invullen van formulieren op internet, zoals bij usernames en passwords.
Email
Exim email serverprogramma dat veel op webservers wordt gebruikt. Als er een mailtje binnenkomt op een server dan regelt Exim de mailboxen, forwarders en filtering. Exim gebruikt onder andere TCP poort 25 en 587.
MTA Mail Transfer Agent. Dit is een ander naam voor het email server programma.
SMTP Simple Mail Transfer Protocol. Methode om over het netwerk email berichtjes bij een server af te leveren. Maakt gebruik van TCP poort 25.
Dovecot een email opslag programma dat veel gebruikt wordt op webservers. IMAP en POP komen uit bij Dovecot.
IMAP Internet Message Access Protocol. Dit is het systeem waarmee emailberichten en notities op een server worden opgeslagen. Een emailprogramma dat met IMAP werkt synchroniseert steeds alles met de server. Hierdoor is het mogelijk om dezelfde email op meerdere computers, webmail en smartphones te beheren. IMAP maakt gebruik van TCP poort 143 (onversleuteld) of 993.
POP Post Office Protocol. Het oude systeem om email berichten van een server te halen. Bij deze methode worden kopieën van de berichten op de computer gezet. De mails worden meteen of na een paar dagen van de server verwijderd. POP is ook bekend als POP3 en gebruikt TCP poorten 110 (onversleuteld) en 995.
Smarthost server waarmee na inloggen email doorgestuurd kan worden.
Forwarder methode om email die binnenkomt door te sturen naar een ander email adres.
Catch All instelling die aangeeft wat er met email moet gebeuren die niet in een mailbox of forwarder terecht is gekomen. Dit bepaalt bijvoorbeeld wat er gebeurt met foute adressen. Bekende opties zijn "ignore" voor stilletjes weggooien, "fail" voor het terugsturen van een foutmelding, "address" voor doorsturen naar een ander adres.
Quota harde limiet op diskruimte voor email of aantal emails op disk. Er kunnen niet meer emails op de server worden opgeslagen dan de quota toestaat.
Autoresponder methode om meteen automatisch een email terug te laten sturen door de server.
Webmail server programma waarmee een mailbox kan worden geraadpleegd of nieuwe emails worden geschreven. Dit programma staat niet op de eigen computer, maar op de server waar de email binnenkomt.
Spam ongewenste email, doorgaans van een ongevraagde massamailing en verstuurd door met malware besmette computers. Kan met automatische spamfilters enigszins verwijderd worden.
Programma's
CMS Content Management System. Dit is het programma waarmee een website makkelijk van teksten en inhoud wordt voorzien.
MySQL database serverprogramma dat veel gebruikt wordt op webservers. Sinds de overname van Sun door Orable tegenwoordig ook bekend onder de naam MariaDB. MySQL gebruikt onder andere TCP poort 3306.
Apache webserver programma dat veel wordt gebruikt op webservers. Als er een webpagina wordt opgevraagd regelt Apache dat de bestanden en scripts worden geladen. Apache gebruikt onder andere TCP poort 80 en 443.
HTTPD HTTP Daemon. Een andere naam voor het Apache website server programma.
ProFTP file transfer server programma dat veel gebruikt wordt op webservers.
CuteFTP file transfer server programma dat veel gebruikt wordt op webservers.
RSYNC programma om bestanden die zijn veranderd over te sturen naar een andere locatie. Wordt veel gebruikt voor backup. Rsync kan gebruik maken van SSH verbindingen voor toegang en versleutelde verbinding.
DirectAdmin control panel software om alle mogelijkheden van een webserver eenvoudig in te kunnen stellen. Gebruikt TCP poort 2222.
Plesk control panel software vergelijkbaar met DirectAdmin. Gebruikt TCP poort 8443.
cPanel control panel software vergelijkbaar met DirectAdmin. Gebruikt TCP poort 2082.
phpMyAdmin website die het mogelijk maakt met MySQL databases te werken.
Installatron pagina binnen het DirectAdmin control panel waarmee eenvoudig andere website programma's kunnen worden geïnstalleerd in een account.